Cler. Kamerijk, A.I. 1423 (1423-1447) Luik*, Tongeren, Den Bosch* Heer (en meester) Reyner van Tielen werd blijkens zijn onderschrift waarschijnlijk geboren in het bisdom Kamerijk. Hij was omstreeks 1423 beneficiant van de O.L.V.-kerk te Tongeren en werd in dat jaar door het Bossche St.Janskapittel als notaris ingeschakeld bij de aankondiging van de opheffing van de Bossche scholasterij. Deze scholasterij was toen in handen van meester Arnt Ywijns (nr.202) die in 1423 inmiddels als kanunnik van de O.L.V.-kerk te Tongeren resideerde. Heer Reyner maakte de aanstaande opheffing achtereenvolgens op 1, 15 en 25 september bekend te Luik, Tongeren en Den Bosch. In Tongeren bezocht hij meester Arnt persoonlijk in zijn woonhuis en ontving hij van hem de toezegging dat hij op 25 september bij de opheffing aanwezig zou zijn, hetgeen ook gebeurde. In het laastste kwartaal van 1424 vertrok heer Reyner naar Keulen waar hij als dominus Reynerus de Tyelen, capelanus ecclesie Beate Marie Tungrensis, Leodiensis diocesis, canoniek recht studeerde. 1) Vervolgens wordt dominus Renerus Tielen voor het eerst weer genoemd in een verslag van een vergadering van de Leuvense universiteitsraad daterend van 29 augustus 1432. Op zijn verzoek besloot een meerderheid van de raadsleden toen om zich met hem te verzoenen en hem weer onder bescherming van de universiteit te stellen, echter onder voorwaarde dat hij 10 griffoenen zou betalen ten behoeve van de roede ("ad usum virge"). Welk conflict hieraan voorafging is niet bekend. Op 20 juli 1437 werd dominus Reynerus de Tielen, die toen volgens Reusens baccalaureus was in het canonieke recht, door de Raad benoemd tot promotor van de universiteit. Als zodanig had hij tot taak aan de universitaire rechtbanken eenieder te vervolgen die een overtreding of misdrijf had begaan, de privileges of statuten had geschonden of tegen de bepalingen van de rector had gehandeld. Reeds op 24 december 1437 legde hij zijn functie neer omdat hij voor langere tijd afwezig moest zijn. In 1446 en 1447 maakte magister Renerus Tielen namens de faculteit van het canonieke recht zelf deel uit van de universiteitsraad. Hij wordt voor het laatst genoemd op 29 november 1447 toen hij samen met vertegenwoordigers van de andere faculteiten koos voor continuatie van de zittende rector magister Karolus Virili (meester Karel Menneken). 2)
|
Noten | |
1. | Bijlage II 389.1, 389.2; Keussen, Die Matrikel, I 272 nr.18; Heer Reyner wordt niet onder de Tongerse notarissen vermeld in: Nijssen, "Het openbare notariaat", 138-146. |
2. | Reusens, Actes, I 46, 306, 320, 474; Van Hove, Actes, II 30, 101, 103, 363. |
Geertrui Van Synghel, De stedelijke secretarie van 's-Hertogenbosch tot ca. 1450 (2007) 166